Dit is het tweede deel over de avonturen van een tweeling Alessia en Alex. De tweeling groeit op bij hun steenrijke oom. Hun ouders zijn gestorven. De tweeling beschikt net als hun ouders over bovennatuurlijke gaven. In het eerste deel ontdekt de tweeling de informatie die hun ouders hebben achtergelaten. Dankzij hun speciale gaven kunnen ze de wereld zuiveren van duistere en kwaadaardige krachten. Regelmatig wordt naar het eerste deel verwezen. Op die manier kan je het boek ook afzonderlijk lezen.

In dit tweede deel worden Alessia en Alex naar Parijs gestuurd. Daar is Olive, een dertienjarig meisje, in een vreemde slaaptoestand verzeilt: een schemerzone tussen slaap en dood. De dokters staan voor een raadsel. De tweeling zal het proberen op te lossen. Ze gaan op zoek naar de oorzaak van de slaaptoestand. Maar al gauw vallen de broer en de ouders van Olive ook in een schemerslaap. Wanneer de tweeling ontdekt dat het virus zich zelfs via de computer verspreidt, is het reeds te laat. De spanning is te snijden. Het verhaal raakt in een stroomversnelling en het boek leest in één ruk uit.

Het verhaal wordt afwisselend vanuit het standpunt van Alessia of Alex verteld. Je komt als lezer veel over de tweeling te weten. Hoe ze omgaan met hun paranormale gaven, hun gevoelens (Alex is sinds het vorige verhaal verliefd), hun verhouding met hun oom ... Vermits dit het tweede deel is, wordt veel sneller tot het verhaal zelf overgegaan. Het eerste deel schetst eerst uitgebreid de personages. Daardoor is er in dit tweede deel van in het begin meer spanning. De tweeling wordt realistisch geschetst. Ondanks hun gaven lijken het twee normale pubers.