De uitvinding van Hugo Cabret

Dit verhaal speelt zich af in de jaren '30 van de vorige eeuw. Een jongen woont in een groot treinstation, ergens achterin en houdt zich bezig met het opwinden en onderhouden van de talloze klokken daar. Geleidelijk aan komen we te weten hoe hij in dit toch wel vreemde leven is terecht gekomen. Zijn vader was al horlogemaker, en hij was gefascineerd door wat je het best kan omschrijven als de allereerste robotten, machines in mens-vorm die je kon opwinden en die bepaalde dingen konden zoals tekenen of muziek maken. Hij is bezig zo’n robot te repareren als het museum waarin de robot staat, afbrandt en de vader van onze hoofdpersoon komt om. De jongen wordt meegenomen door zijn oom, die zelf in het station werkt en die hem slecht behandelt en veel laat werken. In het station is ook nog het speelgoedkraampje van een oude man, die allerlei mechanische spulletjes verkoopt. De jongen wordt er erg door aangetrokken en steelt een aantal zaken. Als hij betrapt wordt, laat de oude man hem werken om alles terug te betalen. Stilaan komt hij erachter dat de oude man in een vroeger leven films maakte. Dit boek trekt vooral aan door de mooie lay-out en de vele tekeningen. Het is zelfs gedeeltelijk een stripverhaal. Af en toe wordt de tekst onderbroken en gaat het verhaal vele bladzijden lang verder in tekeningen, die iets heel filmisch hebben, bijvoorbeeld vele close-ups, of eenzelfde beeld waarop als het ware wordt ingezoomd. De tekeningen zijn in potlood en zwart-wit, ook de tekst wordt zwart omkaderd. Tekst en illustraties zijn door dezelfde persoon gemaakt, en dat is heel jammer want de auteur heeft als tekenaar zeker veel talent, maar zijn literaire gaven zijn veel minder uitgesproken. Het boek zit vol geheimen, maar zoals het hier wordt verteld interesseert het je als lezer geen snars om erachter te komen. De personages zijn bloedeloze, vlakke mensen, die echt niet leven. De gevoelens van de jongen, zoals zijn verdriet om zijn vader, worden wel vermeld maar je kan echt niet met hem meeleven. Een aantal uitgesproken zaken zoals het stelen van het speelgoed, worden niet verklaard. De auteur kan weinig van zijn eigen enthousiasme voor oude films en fascinatie voor bijvoorbeeld treinen en robots op zijn publiek overbrengen. Jammer want de tekeningen hebben wel een ziel, en je kan er lang naar kijken.