De val van een engel
Pepijn, Hanne en Lucas spelen opnieuw de hoofdrol in een boek over vriendschap en keuzes maken. Pepijn is met de hulp van zijn aardse en hemelse vrienden op zoek naar ‘het gezang’ om zo zijn engelennatuur terug te krijgen, die hij nu bijna helemaal kwijt is. Zijn tocht voert hem samen met Hanne naar het ‘Land Dat Niet Is’, een vijandig land met geheimzinnige paden, betoverde wouden en vreemde wezens. De tijd gaat er veel sneller dan in Engeldonk en ze vinden er Lucas in een oudere versie terug. Het land wordt geregeerd door de gevallen engel Oriël, de gewezen vijand van Pepijn, van wie gedacht werd dat hij verslagen was. Hanne en Lucas groeien naar elkaar toe, maar de afstand tot Pepijn wordt steeds groter, naarmate meer menselijke karaktertrekken de bovenhand nemen. Persoonlijke belangen zetten het voortbestaan van de wereld zoals zij die tot dan toe kenden op het spel. Het is maar de vraag of zij in hun missie om de wereld te redden zullen slagen en welke prijs zij daarvoor moeten betalen.
Drie jaar nadat het vijfde boek in de reeks over de engel Pepijn verscheen, komt dit geheel anders opgevatte boek uit. De omslag heeft een volwassener stijl, de illustraties zijn uit het boek verdwenen, maar ook de humor. De continuïteit van de reeks is doorbroken door een niet zo geslaagde poging om tegemoet te komen aan de ondertussen ook ouder geworden ‘fans’ van Pepijn. Aan de buitenkant mag het boek dan wel voor een jongvolwassen doelgroep ogen en het verhaal speelt zich af in een complexere, wat vergezochte setting, maar het feit blijft dat de schrijfstijl niet mee geëvolueerd is. De taal is erg eenvoudig en zelfs vaak wat kinderlijk, met slappe conversaties en emotieloze gevoelsuitingen. Het boek is in drie delen opgesplitst. Regelmatig wordt naar voorgaande avonturen verwezen. Naast de mensen- en engelenwereld verschijnt nu een soort ‘hel’ in een wat aparte vorm en er duiken heel wat nieuwe personages op. Toch een leuk avonturenverhaal met hier en daar een verrassend element.