De veertiende brief

De veertiende brief verwijst naar de dertien brieven die de dief van de Rechtvaardige Rechters heeft verstuurd. De veertiende brief is de brief die de hoofdpersonages op het einde van het verhaal naar het stadsbestuur zenden omdat ze menen te weten waar het schilderij zich bevindt. Het boek start met de voorstelling van de personages die een rol gaan spelen tijdens het verhaal. Een belangrijke figuur is Wannes. Hij erfde een schrijfmachine van zijn opa waarvan gezegd wordt dat er de brieven over de Rechtvaardige Rechters mee werden getypt. Zijn nieuwsgierigheid is gewekt. Hij komt in contact met de dochter van zijn leraar. Vader en dochter zijn beiden al jaren op zoek zijn naar de laatste hints van het verdwenen schilderij. Er ontstaat een hechte vriendschap tussen de twee. Verweven met dit verhaal lees je het dagboek van Arsène Goedertier, de dief en de persoon die wist waar het schilderij is verstopt. Beide verhalen zijn mooi verweven met elkaar, bovendien wordt er een extra spanning gecreëerd omdat het lijkt alsof de diefstal nog maar net gebeurd is. De illustraties bestaan uit plattegronden van Gent, foto's en de doodsbrief van Arsène Goedertier, krantenartikels over de verdwijning ... Dit maakt het allemaal tot een reële zoektocht die vervat zit in een verhaal. Het is de bedoeling dat je gaandeweg meedenkt en naar de oplossing zoekt en dat je volledig begrijpt waarom de auteurs menen dat het schilderij daar moet liggen. Het boek wordt afgesloten met de volledige veertiende brief waarmee ze hopen dat er actie wordt ondernomen om na te gaan of het schilderij op hun plaats ligt, want Marc de Bel en Gino Marchal zijn alvast rotsvast overtuigd van de plaats waar gezocht moet worden.