De verdwaalde dolfijn
Lisa (11) die bij haar oma in een wildreservaat woont, maakt samen met haar klasgenoten een schoolreis langs de kust om de Sardine Run te zien. Maar Lisa heeft een slecht voorgevoel. Sinds ze gehoord heeft dat ze op zee gaan varen en bovendien gaan zwemmen tussen de dolfijnen wordt Lisa geplaagd door nachtmerries over haaien. Eenmaal aan boord voelt Lisa zich meteen thuis bij de kok. Bovendien voelt ze een sterke band groeien met haar stille klasgenootje Ben. Maar dan komt het schip in een hevige storm terecht. Lisa en haar klasgenoten slaan overboord en worden door haaien omringd. Maar dankzij de bijzondere krachten van Lisa worden ze gered door een groep dolfijnen die hen naar een onbewoond eiland brengen. Daar wordt het 'overleven' en dit wordt moeilijk wanneer er een tweestrijd ontstaat tussen de kinderen. Bovendien ontdekken ze dat op het eiland heel veel dolfijnen stranden. De kinderen komen in een gevaarlijke situatie terecht waarbij opnieuw de hulp van de dieren hun redding wordt. Ondanks het chaotische begin, omwille van het voorgaande boek (De witte giraf) is dit een aantrekkelijk avonturenverhaal. Dieren spelen een grote rol in het verhaal wat het erg leuk maakt voor kinderen. Het boek is redelijk dik voor de jonge lezertjes maar door de spanning leest het vlot. Het lettertype is groot genoeg en het verhaal laat je geen minuut los. Het verveelt geen moment. Het onderwerp is enorm boeiend.