De vergiftigde gave

Twylla, een jonge vrouw die niet van koninklijken bloede is, is uitverkoren. Ze heeft een bijzondere gave en wordt beschouwd als de incarnatie van godin Daunen. Haar gave bestaat erin om mensen te doden door hen enkel aan te raken. Hiervoor drinkt ze het vergif van de dageraadschade. Twylla is voorbestemd om met kroonprins Merek te trouwen en zo het voortbestaan van het koninkrijk te garanderen. De koninklijke familie is trouwens immuun voor het gif. Haar taak als executeur van het koninkrijk bevalt Twylla helemaal niet. Ze leidt een eenzaam bestaan, zonder genegenheid of affectie. Iedereen is bang voor haar en deinst achteruit als ze in de buurt is. Van een gelukkige jeugd is ook geen sprake. Haar moeder is een Zondeneter. Zij heeft een bizarre taak: als iemand overlijdt, wordt op de doodskist een maaltijd geplaatst. De ingrediënten van de maaltijd zijn symbolisch voor de gepleegde zonden van de overledene. De moeder van Twylla eet dus letterlijk de zonden op, zodat de dode zonder probleem kan overgaan naar een volgend leven. Als tiener was Twylla de gedoodverfde opvolger voor deze taak, maar de wrede koningin van Lormere nam haar mee naar het hof. Twylla moest zo haar kleine zusje achterlaten. Sindsdien kan ze geen eigen keuzes meer maken, is ze gevangen in een goed afgesloten burcht met een persoonlijke bewaker en is ze nog slechts de trekpop van de koningin. Ze voelt zich ook niet echt aangetrokken tot de kroonprins, maar heeft wel hevige gevoelens voor Lief, haar bewaker. Lief voelt hetzelfde voor haar en dat is haar enige lichtpuntje in het leven.

Een hele hoop ingrediënten voor een eerste deel van een trilogie. De ontwikkeling van Twylla van een meisje dat blind gehoorzaamt naar een zelfstandig denkende vrouw is goed getroffen. Ook de flashbacks naar haar kindertijd en herinneringen aan haar moeder en zusje geven het personage inhoud en maken haar menselijk en bereikbaar. De eenzaamheid van Twylla wordt aan het einde van het verhaal radicaal doorbroken en dat schudt je weer wakker. Want in de helft van het boek dreigt het verhaal stil te vallen. Gelukkig ontvouwen er zich heel wat intriges. Sommige zijn best wel verrassend en proberen je weer in het verhaal te trekken. Maar het is net doordat het verhaal zoveel wendingen kent en de aard van de personages snel wisselt, dat het al snel wat teveel wordt. Op zich is dat jammer, want pas aan het einde van het boek zit er wat vaart in en krijg je meer voeling met de personages. Helaas heb je dan al een ‘overdosis-gevoel’. Het verhaal situeert zich in een middeleeuws kader en wordt verteld door het hoofdpersonage Twylla. De stijl is zeer vertellend, vaak herhalend en weinig creatief. Het fantasygehalte ligt bijzonder laag. Op het gifmengsel van Twylla na komen er weinig of geen gelijkaardige elementen aan bod. Het verhaal eindigt open, dus zonder een stevige cliffhanger die je doet uitkijken naar het volgende deel.