De verwanten
Voor de achttienjarige Luka is een zomervakantie in Den Haag bij haar tante Jeanne in diens aftandse appartementje een zegen. Meegaan met haar rijke ouders naar het mondaine Saint-Tropez is niets voor haar. Wanneer onverwacht William, een Britse student die ze vorige zomer leerde kennen langskomt, verandert dit haar zomer compleet. Met gemengde gevoelens vangt ze samen met Jeanne William op; hun vorige ontmoeting liep immers niet zo goed af. William, die intussen geschiedenis studeert in Cambridge, is op weg naar Ieper om op vraag van zijn hoogleraar historisch onderzoek te doen naar de eerste aanvallen met gifgas in de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog. Jeanne is meteen geboeid door zijn verhaal en lijkt het goed met William te kunnen vinden. Ze vertelt hen over Sophie, een zus van de overgrootmoeder van Luka en haar bijzondere verhaal van de grote oorlog. Tot Williams verbazing besluit Luka om mee te gaan naar Ieper en ze gaan samen met de auto van Jeanne op weg. Bovendien geeft Jeanne hen een stapeltje brieven mee, de correspondentie van Sophie en haar grote liefde Julius, geschreven tijdens de oorlog. Luka is meteen geïntrigeerd door deze brieven en leest ze onderweg hardop voor. Het leven van Julius aan het front in Ieper was hard maar zijn liefde voor Sophie hield hem overeind.
Aangekomen in Ieper gebeuren er vreemde dingen met Luka. Aan de Menenpoort ziet ze een soldaat met rode haren, een figuur die ze in het verleden meermaals zag maar niet kon plaatsen. Luka volgt hem en belandt in een bunker in de velden. William vindt haar terug en samen belanden ze in het verleden van deze soldaat. Stilaan wordt het verhaal duidelijk: wie deze soldaat was en wat de connectie is met de brieven van Sophie. Luka en William bijten zich hierin vast, bezoeken enkele historici in Ieper en leggen alle stukken bij elkaar. Reïncarnatie, een bijzonder gave en bijzondere ontmoetingen in Ieper brengen Luka en William dichter bij elkaar.
Een spannend boek met bijzonder mooi uitgewerkte personages en een sterk plot doet je op het puntje van je stoel zitten. Je krijgt een idee van het leven in de loopgraven aan het front en voelt als het ware de angst van de jonge kerels die niet weten wat hen te wachten staat. Voortdurend wordt gewisseld tussen heden en verleden aan de hand van brieven van Julius of door het verhaal van de soldaat met het rode haar, maar nooit is het onduidelijk in welke tijd je zit.
In het herdenkingsjaar 2014 met zijn vele publicaties over W.O. I is dit zeker een jongerenroman die erboven uit springt: origineel en boeiend!