De vleugels van Wouter Pannekoek
Wouter, die vaak alleen thuis is, krijgt van de dokter een paar vleugels voorgeschreven. 's Nachts als zijn moeder moet werken, komen de vleugels uit en kan Wouter gaan vliegen. Hij gebruikt zijn vleugels om mensen van allerlei slag te helpen en maakt zo veel vrienden dat het niet erg is dat de vleugels slechts zes maanden werken. Dit debuut van Anke de Vries werd door haarzelf bewerkt en is een boeiend en humorvol boek geworden. Het blijft vrolijk en de moraal ligt er niet te dik op. Integendeel, het gaat om herkenbare situaties die weliswaar wat uitvergroot worden, maar dat maakt het geheel ook begrijpelijk voor kinderen. De wethouder bijvoorbeeld ziet de schoonheid van het bos niet, omdat hij verblind wordt door zijn carrière; de loodgieter moet gaan stelen om aan de steeds groter wordende wensen van zijn vrouw tegemoet te kunnen komen ... Vooral het taalgebruik en de manier van vertellen maken het boek zo licht verteerbaar. De fantasie wordt netjes gedoseerd zodat de realiteit aanwezig blijft, maar er natuurlijk meer mogelijk is dan in de werkelijkheid. Leuk!