De Vliegende Hollander
Schipper Dirk van der Decken drinkt een pint in de herberg van Terneuzen. Hij raakt er verliefd op Berbera Kroes, dochter van de stadsherbergier. Dirk wil niet varen op een VOC-schip. Met zijn nieuwe schip wil hij op zijn eentje rond de Kaap naar Indië. Wanneer iedereen in de herberg hem uitlacht, roept Dirk: ‘Ik zweer dat ik de kaap zal ronden. Al zal ik eeuwig moeten varen!’ Wanneer de duivel dit hoort, vraagt hij God om de overmoedige schipper te straffen. Met zijn Vliegende Hollander vaart Dirk richting Afrika. Er steken verschrikkelijke stormen op. Veel schepen vergaan, maar niet het spookschip. Dirk moet met zijn bemanning eeuwig blijven varen. Hij schrijft brieven naar zijn geliefde Berbera in Terneuzen. Honderd jaar later ontvangt een zekere Barbara van de stadsherberg in Terneuzen een pakje vergeelde brieven. Voor wie waren ze bestemd? Wellicht voor een oud-tante van haar vader. Dan krijgt Barbara op een dag bezoek van een graatmagere schipper. Ze voelt medelijden en sympathie voor die man. De duivel geeft toe, de vloek lijkt gebroken. Agave Kruijssen vertelt op een kindvriendelijke manier dit eeuwenoude verhaal na. In korte hoofdstukken vermengt ze de legende met eigen fantasie. Schetsmatige tekeningen van Yvonne Jagtenberg.