De vreselijke tweeling
De tweeling Max en Lot zijn in veel opzichten verschillend. Niet enkel is Max een jongen en Lot een meisje, ze hebben beiden totaal andere talenten. Zo kan Lot fantastisch acteren en is Max de grootste 1-aprilgrappenmaker uit de wijde omgeving. Toch hebben ze ook een gemeenschappelijk kenmerk: ze vinden het leuk om hun moeder voor de gek te houden. Dat is niet zo moeilijk want zij lijdt aan smetvrees. Ze is als de dood voor hun vieze, vuile, smerige grappen en al zeker helemaal als haar vriendinnen op visite komen. Ze zou niet liever hebben dan dat haar kinderen verdwenen of zo.
De vader van Lot en Max is er vaak niet, want die heeft een fabriek voor haargroeimiddeltjes te runnen. Hijzelf is zeer trots op zijn weelderige bos haar op zijn hoofd, die bovendien lijkt uit te zwermen over de rest van zijn lichaam. Zelfs zijn vingers zien er zeer harig uit!
Op een dag, als hun moeder hen weer eens naar hun kamer gestuurd heeft, krijgt Max een heel vreemd mailtje binnen. Vanaf dan loopt er één en ander grondig mis. Max wil weer eens een grapje uithalen. Meestal zijn de grapjes van Max niets ergs (je gaat er niet ziek van worden of zo), ze zijn gewoon grappig en hooguit vervelend voor de ander. Een beetje te vergelijken met een mug die je belet te slapen. Helaas zijn deze keer de gevolgen toch groter dan voorzien. Kunnen Max en Lot dit grapje nog rechtzetten?
Een hilarisch verhaal over een tweeling die zich op een ludieke manier verzet tegen het schrikbewind van hun moeder en ook wel wat tegen de onverschilligheid van hun vader. Met een vlotte pen worden grappige anekdotes aan elkaar geregen. Het is een stoutmoedig verhaal dat je doet denken aan verhalen van Roald Dahl. Als je nog beschikt over wat kinderlijke fantasie, zal je dit boek met pretoogjes uitlezen.
In het verhaal zit veel humor maar best ook wat spanning, zeker naar het einde toe. De laatste vijftig bladzijden lees je indien mogelijk aan een nog hoger tempo dan de bladzijden ervoor. Eén minpuntje aan dit boek is dat het verhaal nogal abrupt eindigt. Op het einde van het verhaal wordt er duidelijk naar een climax toe gewerkt en dan ... : pif, poef, paf, het verhaal is af. Dat vond ik wat jammer. Ik had liever wat langer kunnen uitbollen of nagenieten, eens voorbij het hoogtepunt.
Toch blijft het een geestig boek met leuke illustraties in grijstinten. Meestal zijn het kleine illustraties die de tekst wat breken of een hoofdstuk inleiden. Hier en daar zijn er ook illustraties bij die twee pagina’s in beslag nemen.
Mijn zoon en ik vinden het alvast een topper in de boekenkast! Waar wachten jullie op?