De watervloek

‘De watervloek’ is het tweede boek over Arthur Draadwier, een jongen van tien, die met zijn ouders en zijn oom Rufus in een Schots kustdorp woont. Arthur heeft een speciale gave, hij is nl. een vloekenverdelger. En nu wil het toeval, dat er twee vloekenfronten met elkaar in botsing dreigen te komen net boven Westerkreek, het dorp waar hij woont. Als die fronten botsen, is dat een regelrechte ramp, want dan komen alle vloeken die in het verleden bezworen zijn weer tot leven. En dat moet ten allen prijze vermeden worden. Maar daar waar ‘De Stormentemmer’ naar mijn gevoelen een origineel, goed geschreven, inventief, spannend en magisch avonturenverhaal was, waarin je vanaf de eerste bladzijden meegesleept werd, duurt het hier een hele tijd voor de actie echt op gang komt. Er worden heel wat aparte figuren ten tonele gevoerd, zoals Juffrouw Napier en professor Heertjes, er wordt uitvoerig ingegaan op het genootschap van Internationale Vloekenverdelgers en hun gewoontes, er worden buitengewone ‘monsters’ beschreven (glimpers en jellats), enz. Jammer genoeg beklijft het allemaal niet. De eigenlijke actie – het verdelgen van de twee vloekenfronten – speelt enkel op de laatste 60 pagina’s. Die actie is nogal complex. Ik kon me het gebeuren moeilijk voorstellen, en dat is toch wel een conditio sine qua non voor een spannend jeugdboek! Je hoeft het vorige boek niet echt gelezen te hebben, maar het helpt wel om de toch wel talrijke verwijzingen te snappen. Je hebt dan ook een beter inzicht in bepaalde personages, want de karaktertekening in dit boek gaat het karikaturale zelden te boven. Ik keek vol verwachting uit naar deel 2. Nu is het eerder bang afwachten naar deel 3. En dat zal er zeker komen, want er zijn nog twee elementen te gaan (aarde en vuur).