De wijde wereld in!
Twee kleine dasjes Bas en Bes willen de wijde wereld in, maar hun bezorgde moeder vindt dat ze daar nog te jong voor zijn. Buiten zijn er immers te veel gevaren. Welke gevaren, dat zijn, kan ze niet toelichten en dus besluiten de beide dasjes toch zelf op ontdekking te gaan.
Jacques Vriens, die inmiddels een rijk oeuvre schreef, neemt lezer en voorlezer dit keer mee naar zijn eigen buurt, Zuid-Limburg, waar hij graag door de heuvels en bossen wandelt. Dat doet hij vaak met zijn vriend Pallieter Hutschemakers, die kunstschilder is. Zo ontstond het idee om de dassen die er leven in boekvorm dichter bij een breed publiek te brengen.
De schrijfstijl van Vriens is vlot. Dialogen en beschrijvingen wisselen elkaar af in korte kernachtige zinnen. Die liggen niet alleen makkelijk in de mond bij het voorlezen. Die bevorderen ook het vloeiend lezen voor wie juist aan zelfstandig lezen toe is. Doorheen het eenvoudige en enigszins voorspelbare verhaal komen niet alleen de verschillende gevaren waarmee dassen in de natuur in aanraking komen aan bod. Er is ook aandacht voor de omgeving waarin ze leven en voor de andere dieren die daarin voorkomen.
De dasjes kunnen spreken, ze lopen op hun achterpoten en dragen kleren, net zoals mensen. Ze hebben ook gevoelens. Zo weet de ondernemende Bas de tamelijk voorzichtige Bes te overtuigen en vinden ze elkaar wanneer ze bang zijn. Die vermenselijking zorgt voor toegankelijkheid en spreekt een breed publiek aan.
In die combinatie van een klein avonturenverhaaltje en een reële omgeving zet Pallieter Hutschemakers de omgeving extra in de verf. De wijze waarop hij speelt met reliëf en lichtinval maakt van zijn illustraties schilderijen die je uitnodigen om erin mee te wandelen. Dit is een decoratief boek en het is vooral mooi om te zien hoe twee verschillende talenten harmonieus samenvloeien.