De wind wijst de weg
In een soort verlaten wereld, aan de oevers van een plas, ontmoet Jan het meisje Vera. De ontmoeting verloopt zacht en gemoedelijk, en het vertrouwen in elkaar komt snel. Al snel beslissen ze om samen naar de 'overkant' te varen. Daarvoor moet je een vlot bouwen, en de rest: daarvoor wijst de wind de weg. Tijdens het bouwen van het vlot ontmoeten ze zes andere kinderen, die allemaal hun diensten aanbieden om samen de tocht aan te vatten. Maar met drijfhout een vlot bouwen en ermee over varen, is niet zo gemakkelijk.
Het verhaal is rustig en kabbelt langzaam voort. De taal is kort, eenvoudig, en doet poëtisch aan. Het is duidelijk dat de personages niet veel woorden nodig hebben om te communiceren in deze vreemde, post-apocalyptische wereld. De lieflijkheid van de kinderen en hun ontmoetingen steekt af tegen de dreigende omgeving, al beukt die nooit rechtstreeks op hen in. Je kan echter niet over de verwijzing naar het klimaat lezen – een verwijzing die in Klootwijk's poëtische stijl voortdurend tussen de lijnen heen zindert. Toch is de boodschap hoopvol: samen dragen ze zorg voor elkaar, en voor de wereld. Geen bruut geweld om de situatie naar hun hand te zetten, maar een zachte inschikkelijkheid met het feit dat de wind hen de weg wel zal wijzen.
De kabbelende sfeer wordt tevens versterkt door de zachte tekeningen die doorheen de tekst geschikt staan. Ook de bladspiegel is luchtig, met veel marges en witruimtes. Het lijkt zo alsof het verhaal nooit bezwaard wordt door haar materialiteit.
Toch kon het boek me niet volledig bekoren. Misschien door het gevoel dat het er allemaal een beetje te dik op ligt: de verwijzing naar het klimaat, de tekst en layout die zo rustig zijn dat er geen verrassingen of humor meer inzitten, de tekeningen die ietwat saai aandoen ...? Het is me iets te 'wanna be' filosofisch, en ontbreekt daardoor aan zelfrelativering. Toch lijkt het boek me een fijne aanzet om op een rustige manier na te denken over onze impact op de wereld – en op elkaar.