De woordenwolkjesmachine
Kamiel heeft het soms moeilijk om zijn woordjes gezegd te krijgen. Hij vindt dit lastig en weet niet echt goed hoe hij hiermee om moet gaan. ’s Nachts droomt hij van een reusachtige machine die woordjes en zinnetjes kan maken. Deze machine helpt hem om sneller te praten maar plots komt er opnieuw een woord in stukjes uit zijn mond. Dit maakt Kamiel angstig maar de werkman legt uit dat de machine soms wat traag is en hapert.
Op een eenvoudige manier wordt uitgelegd hoe het komt dat iemand soms stottert. De stotters worden benoemd als toverwoorden. Elk toverwoord krijgt een eigen naam, zo heb je sluipeduipwoorden die lijken te sluipen, te kruipen of te glijden. Deze omschrijvingen zijn zeer duidelijk voor kinderen die stotteren. Misschien is de benaming van de toverwoorden soms wat complex; mede omdat het nieuw samengestelde woorden zijn, maar ze passen wel goed bij de machine die als beeld gebruikt wordt. Als de omgeving en de therapeut van het kind ook deze woorden gebruikt zal het er echter wel snel vertrouwd mee zijn. Het is een heel geruststellend verhaaltje voor kinderen die vaak nog meer spanning opbouwen omdat ze stotteren. Spijtig aan het boekje is dat het beperkt blijft tot een droom en dat Kamiel die droom niet aan zijn mama vertelt om het onderwerp wat verder open te trekken. De illustraties bestaan uit eenvoudige lijntekeningen die ingekleurd werden, ze zijn niet echt aantrekkelijk maar storen ook niet. De laatste pagina’s van het boek vormen een bijsluiter met een bondige doch zeer duidelijke uitleg over stotteren voor ouders en leerkrachten van stotterende kinderen.