De zaak Toetanchamon
Egypte ca. 1337 voor C. De jonge farao Toetanchamon wordt dood aangetroffen na een jachtpartij. Koningin Anchesenpaämon vermoedt dat haar gemaal werd vermoord. Daarom schakelt ze Oeni, een rechter uit Thebe, in als speurder. Met de dwerg Seneb, een dienaar van het paleis, probeert Oeni het raadsel op te lossen. Wie heeft de moord gepleegd? De godsvader Eje, de vizier, of generaal Horemheb? De auteur baseert zich voor zijn oplossing op een krantenartikel: ‘Toetanchamon onder de scanner.’ (DS nov. 2004). Volgens anderen was de dood van de farao een ongeluk. Van Campenhout heeft er een spannende thriller van gemaakt. Hij lijkt me niet altijd op de hoogte van het leven in het oude Egypte. Op p. 5 laat hij rechter Oeni met een ganzenveer schrijven. De Egyptenaren beschreven papyrus met een rietpen. Niet Choem maar Chnoem was de god van de overstroming. De mummificatie van de dode farao duurde meer dan vijftig dagen. Dit blijkt niet uit het verhaalverloop.