De tiener Cassie komt met haar moeder in een dorpje in Oost-Nederland wonen. Als stadsmeisje heeft Cassie het moeilijk om zich aan te passen. In het saaie dorp is niets te beleven en ze mist de drukte en haar vrienden van de stad.
Om haar labiele, aan alcohol verslaafde moeder financieel te helpen, zoekt Cassie een baantje in het dorp. Ze vindt er één in de plaatselijke supermarkt. Wanneer ze op een zaterdagavond naar huis terugkeert moet ze door een onheilspellend onweer. Ze is hier al zo bang voor en nu wordt ze nog tegengehouden door drie uitgelaten, wat dronken jongens van haar klas. Hun gedrag loopt uit de hand. De jongens lachen haar uit en scheuren haar kleren stuk, maar gelukkig kan ze ontsnappen. Ze kan nog net over het hek van de Borgerhof klimmen. De jongens geven de achtervolging op.
De Borgerhof wordt bewoond door Coba, een zonderlinge oude vrouw. Er doen allerlei verhalen over haar de ronde. Wat volgt, is voorspelbaar. Tussen Coba en Cassie groeit een vriendschapsband. Stilaan wordt duidelijk dat zowel coba als cassies moeder Monique een geheim met zich meedragen. En die geheimen hebben natuurlijk iets met elkaar te maken. Cassie zoektocht naar het verleden zorgt voor de nodige spanning. 
Het is ook een mooi, innemend verhaal. De voorspelbare scènes wisselen af met realistische wendingen en verwerkingsprocessen. Cassie moet immers ook uitmaken of ze aangifte doet van haar aanranding. Niet eenvoudig voor een stadsmeisje die nog niet zo lang in het dorp woont.
Vooral tienermeisjes zullen zich in dit verhaal kunnen inleven.