De zee kwam door de brievenbus
Liesje woont samen met haar ouders, broertje en zusje in Zeeland. Op een nacht, in 1953, wordt ze door haar mama wakker gemaakt. Buiten woedt een vreselijke storm. De kinderen moeten zoveel mogelijk van hun bezittingen naar de bovenverdieping dragen. De ouders zijn in paniek en de kinderen begrijpen niet goed wat er aan de hand is. Tot ze zien wat er buiten gebeurt: door de storm komt de zee razendsnel dichterbij. Het water stijgt en dringt hun huis binnen. Het gezin moet noodgedwongen vluchten naar de zolder, maar ook daar zijn ze niet veilig. Het water stroomt ondertussen al door de brievenbus en blijft maar stijgen. Ze eindigen met zijn allen op de nok van het dak. Hulpeloos en ontredderd. Ze horen angstige koeien loeien, zien dode dieren voorbijdrijven. Eerst zijn ze nog optimistisch: er zal wel snel hulp komen, maar die komt er pas na vele lange uren in de kou en de regen. Ook dan stopt het niet. Liesje en haar zus worden in een bootje meegenomen. Hun ouders blijven achter. De angst van de kinderen is groot en vooral goed beschreven. Er zijn zoveel vragen voor een klein kind, waarvoor deze situatie veel te ingrijpend is. Het verhaal eindigt op het moment dat de kinderen veilig afgezet worden bij hun grootouders.
In het nawoord kan je lezen dat het gezin de watersnood overleeft en dat ze nadien herenigd worden.
Selma Noort baseerde ‘De zee kwam door de brievenbus’ op de verhalen van een vriendin, die als achtjarig meisje deze ramp meemaakte. De auteur is er zeer goed in geslaagd om de emoties van Liesje te beschrijven in een eenvoudige taal.
Of de doelgroep van jonge lezers zich aangesproken voelt tot dit thema is wel de vraag, zeker in België waar men niet zo vertrouwd is met dit soort rampen. Qua taal is het niet altijd afgestemd op Vlaamse lezers. Woorden als ‘dominee’, ‘klederdracht’, ‘oorijzers’ zijn hier niet echt in gebruik.
Het boek sluit af met foto’s van het gezin van Liesje als klein meisje. Al bij al een mooi en aangrijpend verhaal!