De Zeven Levels

Thomas verveelt zich; hij wil dolgraag een computerspel. Samen met papa gaat hij naar de speelgoedwinkel. In de winkel is er gelukkig nog één exemplaar van 'Yuca'. Hij is er dolgelukkig mee en als hij thuis naar bed gaat, zelt hij de spelcomputer naast zich op het nachtkastje.
Plots hoort hij een stemmetje. Op de rand van zijn spelcomputer zit een klein, geel ventje: Yuca. Hij vraagt aan Thomas of met hem wil meegaan tot aan het zevende level. Eerst moet Thomas even klein worden als Yuca, maar dankzij toverstof lukt dit prima.
Samen belanden de twee vrienden van het ene in het andere avontuur in een vreemde wereld met knotsgekke wezens. Zo moeten ze een rivier vol krokodillen oversteken, er zijn trollen die hen lokken met kleverige stroop, er is de granaatappelboom, de Kweenies, de spin Trieka, het tovervrouwtje Tante Jetje en nog veel meer.
Via deze avonturen doorlopen ze de verschillende levels van het spel. Dit verhaal dat zich afspeelt in een fantasiewereld of in een droom leest vlot weg. Van de lezer wordt weinig inspanning gevraagd; hij kan zich gewoon laten meeslepen van de ene tot de verbeelding sprekende situatie in de andere. Een luchtig tussendoortje en niks meer. De oer-klassieke zwart-wittekeningen passen er goed bij.