De zoektocht van Gwyn

Voor zijn negende verjaardag krijgt Gwyn van zijn excentrieke grootmoeder vijf vreemde cadeautjes: een stukje zeewier, een gele sjaal, een verwrongen metalen broche, een blikken fluitje en een kapot paardje. Daardoor zal hij kunnen aantonen of hij werkelijk over toverkracht beschikt. Algauw ontdekt Gwyn dat er werkelijk magische krachten in hem aanwezig zijn. Als hij één van zijn cadeautjes aan de wind meegeeft, komt er een glinsterend zilverkleurig spinnetje voor terug. Dat spinnetje zet hem op het spoor naar zijn zus Bethan, die vier jaar geleden op mysterieuze wijze verdween. Op een nacht ging ze de berg op om een schaap uit het noodweer te redden. Ze is nooit terug gekeerd. Ze is ook nooit teruggevonden. Gwyn wendt al zijn krachten aan om een einde te maken aan het verdriet, het isolement, de onzekerheid en het verlangen naar warmte en verbondenheid. Gevoelens die na het verdwijnen van zijn zus sterk aanwezig zijn in het leven van de overblijvende gezinsleden. De schijnbaar toevallige komst van Eirlys, een meisje van Bethans leeftijd, zorgt ervoor dat de spanningen rond Bethans verdwijning naar de achtergrond verdwijnen. De relatie tussen Gwyn en zijn vader lijkt ook daardoor te verbeteren. De zoektocht in combinatie met de verwijzing naar Keltische mythen en de aanwezigheid van extreme natuurverschijnselen in het landelijke Wales, zorgen dat dit verhaal balanceert op de grens tussen realiteit en fantasie. Voor ervaren lezers, die houden van een dosis mystiek en magie, vormt dit verhaal een stijlvol geschreven eerste deel van een trilogie.