De Zonnegod
‘De Zonnegod’ speelt zich af in Navajo Nation, één van de grootste indianenreservaten in Amerika. Qua setting zitten we in Arizona, temidden van rode rotsformaties, een verzengende hitte en indianenmagie. Het begint als Tom tijdens een kayaktocht vooropvaart, omdat hij geen zin heeft om bij de groep te blijven. Tom komt uit Nederland en is tegen zijn zin door zijn moeder naar een zomerkamp gestuurd, terwijl zij een fotoreportage maakt. Tom komt in een waterval terecht en spoelt aan vlak bij Jay, een Navajo-indiaan die door een storyteller van zijn stam erop uit gestuurd werd om zijn vader te zoeken. Want als je je afkomst niet kent, dan tel je niet mee. Tom kent zijn vader ook niet, en dus besluit hij Jay te helpen bij zijn zoektocht. Onderweg ontmoeten ze bijzondere mensen en maken ze hachelijke avonturen mee. Ze worden meer en meer ondergedompeld in de magische wereld van de Navajo-mythologie. En op het einde slagen ze erin het geheim van hun afkomst te ontrafelen. Mij kon dit boek allesbehalve boeien. Het begint volstrekt ongeloofwaardig: Tom gaat zomaar met Jay mee, zonder dat iemand ook maar weet waar hij naar toe gaat. Hij maakt zich sporadisch zorgen over zijn moeder, maar eigenlijk is dit alleen maar pro forma. Zonder enige voorbereiding is hij volkomen in staat te overleven in de wilde natuur; hij gaat volledig mee in de Navajo-cultuur en stelt zich helemaal geen vragen. En dat betert er niet op naarmate het verhaal vordert. Integendeel. Het boek zelf is goed geschreven en leest vlot. Mina Witteman heeft zich duidelijk goed gedocumenteerd en schrijft met veel oog voor couleur locale. Er blijven heel wat losse eindjes hangen, dus deel twee zal wel in aantocht zijn. Maar ik zit er niet echt op te wachten.