Debbie & Fientje

Debbie ontmoet Fientje op de speelplaats. Wanneer ze haar vraagt waar ze woont, antwoordt Fientje dat NIEMAND dat mag weten. Dat antwoord bevalt Debbie niet en vervuld van ergernis bedenkt ze een plan. Verkleed weet ze zich een toegang tot Fientjes huis te verschaffen. Daar wordt ze spontaan en hartelijk door Fientje en de muis, die er huishoudster is, ontvangen. Debbies nieuwsgierigheid lijkt bevredigd. Maar al gauw stuit ze op meer geheimen. Wie is de gravin? Wat zit er achter de dichte deur? Waarom vechten de vogel en de hond? Wie is de graaf? Op elke vraag krijgt ze hetzelfde antwoord: ze mag het niet weten. Komt ze even later toch achter de waarheid, dan beschouwt Fientje dat als vanzelfsprekend. Debbie begrijpt het niet, zoveel geheimen maken haar woest. Wanneer ze besluit door het sleutelgat te kijken, ziet ze de graaf, een aangeklede pad. Geschrokken en vol afschuw vlucht ze het huis uit. Zoiets gruwelijks heeft ze nog nooit gezien. Wanneer ze Fientje echter even later in het park treft, lijkt het alsof ook deze ontdekking deel uitmaakt van het doodgewone dagelijkse leven. Dit verhaal waarin we Fientje, het figuurtje uit eerdere verhalen van Patsy Backx, in haar thuissituatie ontmoeten, nodigt uit om telkens opnieuw te lezen en vooral te bekijken. De kleine zwierige pentekeningen, opgevuld met grijswaarden, brengen de kriebelige dialogen tot leven. Met dunne lijnen weet Patsy Backx de gevoelens van de hoofdpersonages mooi te illustreren. Verwondering, nieuwsgierigheid, ergernis, ongeloof en berusting wisselen elkaar als vanzelfsprekend af. Dat zijn ook de emoties waardoor de geïntrigeerde lezer wordt overspoeld. Om dan net zoals Debbie te moeten vaststellen dat Fientje moeilijk te begrijpen is. Maar is dat erg? Nee, helemaal niet.