Deesje

Deesje woont samen met haar oudere broers Sam-Jan en Jan-Sam en haar vader. Die praten meestal over dingen waarover zij niet mee kan praten. Vaak lijkt het alsof ze niet snel genoeg de woorden vindt die willen zeggen wat ze bedoelt. Het liefst zit ze op haar kamertje te doen waar ze zelf zin in heeft. Daarom stelt haar vader haar voor om een tijdje bij halftante in de stad te logeren. Halftante heeft immers een dochter van Deesjes leeftijd. Ook nu slaagt Deesje er niet in om duidelijk te maken dat ze dat liever niet wil en zo belandt ze op de trein richting grote stad. Bij aankomst kan ze halftante in de mensenmassa niet vinden en tot overmaat van ramp blijkt dat ze ook haar portemonneetje met halftantes adres en telefoonnummer is verloren. Na lang wachten op het bureau voor gevonden voorwerpen belandt ze op een bus vol kinderen op weg naar de finale van een opstelwedstrijd. Weer lukt het Deesje niet om duidelijk te maken dat ze daar niet hoort. “Ik heb het niet gezegd, dacht Deesje. Ik wou het zeggen. Ik heb geprobéérd om het te zeggen. Maar ik heb het niet gezegd.” Pag.55.  Tijdens een korte pauze in de stad, raakt ze de groep kwijt en brengt ze noodgedwongen de nacht door in gezelschap van Hekkensluiter, Tina Teen en Meneer Paprika. Met hun hulp lijkt het alsof de weg naar halftante niet zover van haar vandaan ligt. Maar eerst dient zich nog één misverstand aan en wordt ze door mevrouw Mans weer opgepikt op weg naar de televisiestudio. Alweer slaagt ze er niet in om te communiceren, waardoor ze op het podium belandt. Daar vertelt ze haar verhaal. “Het was of er in haar hoofd luikjes opengingen. Daar kwamen verhaaltjes uitwandelen die ze gehoord had, en dromen die ze gedroomd had, en stukjes film van zoveel dingen die ze gezien had. Dat alles werd in haar hoofd geschud, geklutst en omgeroerd. En toen ze haar mond opendeed kwam er zomaar een verhaal uit, dat ze zelf ook voor het eerst hoorde.” Pag. 132-133. Daarop volgt een snelle ontknoping en Deesje die voordien al alle mogelijke manieren om uit dit grote misverstand te ontsnappen heeft bedacht, rent weg, springt uit een raam op de benedenverdieping en wordt er opgevangen door Halftante die haar liep te zoeken.

Dit verhaal werd in 1986 bekroond met de Gouden Griffel en een Zilveren Penseel. In 1988 kreeg het de Duitse Jeugdliteratuurprijs. Deze zevende druk, in kleiner maar stevig formaat, heeft na al die jaren niets van zijn kracht verloren. Joke van Leeuwen zet personages neer die zich net op de rand van wat als algemeen aanvaard beschouwd kan worden, bevinden. Ze slaagt erin ze tot leven te brengen en lezers te beroeren. Deesje is een tijdloos verhaal waarin lezers van diverse leeftijden kunnen meeleven en bijna machteloos toekijken hoe een klein mensje omwille van haar onvermogen om gericht te communiceren van de ene surrealistische situatie in de andere belandt. Gelijktijdig daagt de auteur de lezer ook uit. Ze beschrijft de innerlijke gedachten van haar personages vaak zo raak dat ze, ook al worden ze door de lezer niet op dezelfde gelaagdheid beleefd, uitnodigen tot nadenken. Dat doen ook de dialogen die Deesje met wie voor haar wil zorgen voert. Op die manier nodigt Joke van Leeuwen de lezer uit om de wereld, achter de schermen van wat we als vanzelfsprekend normaal beschouwen, te bekijken. Ze doet dat niet alleen aan de hand van haar humorrijke spitsvondige taal. Taal en beeld lopen ingenieus in elkaar over. De karikaturale zwart-wit tekeningen, de ene keer paginagroot en een andere keer erg klein, zijn soms verwerkt tot kleine stripverhalen die samen met de zelfgeschreven briefjes het verhaal aanvullen, ondersteunen en verrijken.

Ervaring in scholen leerde me dat het terecht vaak bekroonde werk van Joke van Leeuwen enige leeservaring vraagt. Daarom is dit boek zeer op zijn plaats in scholen of op plekken waar het voorgelezen of samen gelezen kan worden. Op die manier kan het kleine leesbevorderend opstapje geboden worden dat de deur opent naar rijker, dieper en breder lezen, naar kijken, begrijpen en genieten.