Die eerste kerstnacht

Dit kerstverhaal begint niet zoals gebruikelijk. De toon is maatschappijkritisch met duidelijke hints naar de huidige situatie in Israel en Palestina en Irak. Jozef en Maria komen aan in Bethlehem om zich te laten registreren. Jozef zoekt een herberg en verzucht: "Het was moeilijk om een van de verslagen volkeren in het Romeinse Rijk te zijn. Je moest je aan onbekende wetten houden, respect tonen aan buitenlandse soldaten en belasting betalen om anderen rijk te maken ... " Ook anders is de manier waarop ze in de herberg ontvangen worden. De vrouw van de herbergier laat een stal min of meer comfortabel omvormen tot kraamkamer. Jezus wordt geboren, de herders komen en ook de koningen, maar die maken een omweg langs Herodus. En dan loopt het mis letterlijk en figuurlijk want er staat een onverstaanbare zin: "Hij wilde de reizigers NU METEEN zien en hij beval dat ze hem stiekem, 's NACHTS, zouden bezoeken." Na het bezoek van de koningen vluchten zowel de wijzen als de heilige familie. Het verhaal is nu eens gedetailleerd, dan weer met grote sprongen. De taal is soms stroef: "Inderdaad bereikte het nieuws van de reizigers en hun zoektocht al snel het paleis, waar Herodus de Grote meedogenloos de macht in handen hield." Het gebruik van de verleden tijd maakt het verhaal ook afstandelijk. Ik kon vooral de kritische toon waarderen en soms werken tegenstellingen ironisch. Bijvoorbeeld, wanneer de drie koningen de stal binnenkomen en zeggen: "Werkelijk dit moet de koning zijn." De paginavullende illustraties zijn stijf en naïef, ze doen denken aan miniaturen en oosterse prenten. Het verhaal geeft vanaf het vierde leerjaar gelegenheid om naar aanleiding van Kerstmis ook over actuele gebeurtenissen te praten.