Dingen die je niet kunt zeggen

Een boek met gedichten van jongeren voor jongeren. De gedichten werden gevonden bij de laureaten van de Soetendaellewedstrijd van Jeugd en Poëzie in Vlaanderen en Stichting Kinderen en Poëzie in Nederland. Ze gaan over de meest uiteenlopende onderwerpen en verwoorden heel diverse gedachten en gevoelens. Dat kan ook moeilijk anders, er is de veelheid aan auteurs en dan nog eens de verscheidenheid aan onderwerpen waar jongeren mee bezig zijn. Liefde en vriendschap, dat zeker, maar ook verdriet en rouw, gevoelens waar je geen weg mee weet, taal en woordspelletjes, thuissituatie, gescheiden ouders bijvoorbeeld, de natuur, sport … en nog veel meer. Een heel breed scala dus. De kwaliteit van de gedichten is natuurlijk wisselend, al is er dan (gelukkig maar) al een keuze gemaakt. Er is ook een groot verschil in stijl. Maar er is voor elk wat wils, en veel gedichten zijn verrassend trefzeker. Er is gekozen voor toegankelijke gedichten, er zitten nauwelijks cryptische zaken tussen. Misschien is dat ook wel eigen aan jongerenpoëzie. De bedoeling van het boek is dat het gebruikt zal worden voor mindertalige jongeren. Wat hier precies mee bedoeld wordt, is niet duidelijk. De inleiding is erg vaag en maakt je niet veel wijzer. Ik veronderstel dat men het heeft over jongeren uit beroeps- of bijzonder onderwijs of jongeren die het Nederlands nog niet volledig machtig zijn. Uit de tekst achterflap blijkt dat er bij dit boek een handleiding zou zijn met werkvormen en suggesties om meer te doen met de teksten in dit boek. Ik vind het erg spijtig dat die handleiding of één of andere vorm van omkadering ontbreekt in het boek. De inleiding beslaat één enkele pagina, en er wordt niets in gezegd over de mindertalige jongeren. Natuurlijk hebben de gedichten zelf zeker hun waarde, maar voor jongeren is poëzie lezen sowieso verre van evident, laat staan voor jongeren met een achterstand in taal. Een heldere inleiding waarin bijvoorbeeld kort uiteengezet wordt wat het onderscheid is tussen poëzie en andere schrijfsels, of wat beeldspraak is en welke stijlfiguren er veel in gedichten worden gebruikt, lijkt me zeker geen overbodige luxe. Een beetje meer uitleg over de handleiding en wat je daar van kan verwachten had ook absoluut niet misstaan.