Donkel en Finke

'Ooit was duisternis niet zomaar een concept of een gebrek aan licht. Het duister was een ademend, zwevend, wandelend, levend wezen met de naam Donkel. Lange tijd was iedereen bang van hem en enkel de gemeenste en sluwste wezens durfden in zijn rijk te leven. ’s Nachts onder de bescherming van Donkels duister, palmden zij het hele land in …’ Zo begint het verhaal over Donkel en Finke. Als Heer van het Duister is het Donkels taak om de nacht donker te houden. Die taak wordt echter moeilijk wanneer hij op een nacht verrast wordt door een verblindend wit licht. Dat licht blijkt een pasgeboren meisje te zijn. Om het kleine meisje te beschermen tegen de gevaren om haar heen, tovert Donkel een duistere sluier rond het bos. Dankzij die bescherming en voedzame wolvenmelk die Donkel met de hulp van duistere wezens bemachtigt, groeit het meisje in geen tijd op tot een lichtgevend wezentje dat de naam Finke draagt. Finke blijkt de nieuwe dochter van de sterren te zijn. Zij zal het werk van de oude, stervende sterrendochter verderzetten. Maar dat kan alleen als ze haar vinden en ze de kracht om de sterrentuin te kunnen onderhouden tijdig overdragen.

Dit fantasievolle verhaal waarin duisternis en licht hun krachten bundelen is heel beschrijvend. In de rijke tekst, met toch wel een aantal archaïsche woorden hoor je de stem van de verteller. Die kleurt het verhaal maar laat weinig ruimte voor de verbeelding van de lezer. Die verbeelding wordt ook ingevuld door de illustraties waarin duisternis primeert en enge figuren op de achtergrond mee de uitstraling bepalen. De sterren en het meisje zien er tamelijk vlak uit. Dat is jammer want de schoonheid waarmee Finke, Donkel wil laten kennismaken, blijft daardoor ongezien.

De tekst werd geel gedrukt. Tegen de donkere achtergrond accentueert die daardoor de sfeer van het verhaal en dat is mooi. Maar kleur en lay-out vragen daardoor wel extra aandacht, wat het lezen niet makkelijk maakt.