Door de lens

En wat Sid daar allemaal vond

Sid droomt dat hij een film maakt, en 's morgens ligt er een camera in zijn hand. Blauwe Beer wil echter niet meespelen in de film, want hij is ochtend-boos. Bij zijn ouders kan hij ook niet terecht, want die zijn nacht-boos. Zij ruziën er op los. Waarover? Dat is voor Sid een raadsel. Hij trekt de wereld in, zijn ene oog dicht en zijn andere oog glurend door de lens van de camera. Zo wil hij ontdekken wat 'boos' is. Als een doos met vele kleinere dozen erin. Een van verdrietig, een van bang, enzovoort. Maar wat zit er diep binnenin het allerkleinste doosje? Adams creëert hier een verhaal over boos zijn, maar maakt het de lezer niet gemakkelijk. Het standpunt van de jongen Sid die de wereld tracht te begrijpen met zijn camera ertussenin is origineel, maar het chronologische verhaal schippert tussen droom en realiteit, tussen logica en gedachtesprongen. Daar 'wringt de schoen': het voelt wat aan als kant noch wal. Geen absurde droomsequenties of nonsensikale taalspelletjes als bij Louis Carroll (vermeld als inspiratiebron voor dit boek), noch een spannend chronologisch verhaal. Hoewel emoties de drijfveer zijn van Sids 'filmavontuur' en dito zoektocht, blijft het verhaal te geconstrueerd en soms te gekunsteld poëtisch om de lezer echt te raken. De prenten, in kleurrijke acryltinten, versterken dit afstandelijke nog meer. Schamp schetst, in zijn bekende stijl, gestileerde figuren in surrealistische scènes. Zijn composities missen een duidelijke focus en ogen chaotisch. Net als het verhaal creëren zij een soort kilte die droom en realiteit niet verenigt.