Doornroosje

Rik is een jongen die helemaal alleen woont, maar dat vindt hij niet erg, want zo heeft hij veel tijd om zijn boeken te lezen. Op een dag komen er twee feeën bij hem op bezoek met de vraag of hij een prinses wil bevrijden. Die prinses is Doornroosje. De feeën geven hem nog een stuiterbal als ondersteuning in zijn gevaarlijke tocht. Al snel ontmoet hij een troubadour, die verschrikkelijk kan zingen, maar die wel aanbiedt om met hem mee te gaan. Na een tocht door de doornstruik en het gevecht met de draak bereiken ze het kasteel. Daar vinden ze de kamer waar Doornroosje ligt te slapen en slagen ze erin om de vloek over haar en hele land te verbreken.

Humor is het kenmerk van Het Geluidshuis en ook in dit boek is het weer volop van de partij. Je kan gewoon niet anders dan goed gezind worden van het verhaal op zich, van de personages die elk zo stereotype (denk aan de strenge mevrouw van de bib waar iedereen schrik voor heeft wanneer hij zijn boeken te laat binnenbrengt) en hilarisch zijn, van de details (de troubadour met naam Harry Stijlemans) en de dialogen ("Niet verschieten, juichte Tilda, maar we hebben even wat rondgevraagd en de broer van de zus van de tante van de schoonbroer van het vakantielief van de achterneef van je betovergrootmoeder was een prins. Dus ben jij er ook één."). Alles in het boek ademt humor. Het verhaal van Doornroosje kent bijna iedereen, maar Koen Van Deun weet er een compleet nieuw verhaal van te maken waarin Doornroosje maar een bijrol krijgt en het haar 'prins' is die de hoofdrol krijgt. Heel het boek is een voorbeeld van out-of-the-box denken. Een meerwaarde vormt de luister-cd waar de stemmen van Warre Borgmans, Bill Dewispelaere, Sven De Ridder, Janne Desmet, e.a. het geheel tot leven brengen. Maar ook wanneer je het boek besluit om zelf (voor) te lezen, bestaat er een soundboard waarmee je allerlei effecten kan laten afspelen via een QR-code. Allemaal heel leuk, maar laat duidelijk zijn dat het boek, zonder al die heerlijke extra's al ontzettend de moeite is. 

De hoofdstukken zijn kort, de tekst is duidelijk, het is een plezier om (voor) te lezen. De illustraties staan verspreid over de pagina's en passen perfect bij het verhaal, temeer omdat ook daar de humor niet ver te zoeken is (bijvoorbeeld: een angstaanjagende draak met zijn tong op de grond en zijn staart stokstijf omhoog staat in de ban van een stuiterbal).