Doos

Boomhuttentijd / Mijn bed is een boot / Mijn hondenjongen

Deze omnibus bevat drie verhalen van Do van Ranst, waaronder zijn eerst gepubliceerde, met het thema verlies als bindend element.
In ‘Boomhuttentijd’ blikt een gezin terug op de zelfmoord van hun veertienjarige broer/zoon Thomas. Ieder op zijn manier. Thomas' moeder probeert het antwoord te vinden op zijn kamer, zijn vader gaat als een bezetene te keer in de boomhut die hij zijn zoon al zo lang beloofd had, zijn kleine broertje Tim probeert het allemaal te vatten. Maar het dichtst komt zijn zus Lies, vooral door haar gesprek met Thomas beste vriend Robin.
In ‘Mijn bed is een boot’ probeert Tijs de verdrinkingsdood van zijn vader een plaats te geven, en open te staan voor een leven zonder hem: met zijn moeder, haar nieuwe vriend, en de baby die er elk moment kan aankomen. Dat proces gaat gepaard met woede, schuldgevoel, jaloezie, een kinderlijke verbeelding, en uiteraard veel verdriet.
In ‘Mijn hondenjongen’ tenslotte is de zestienjarige Bloem haar vader verloren. Haar moeder en zij verhuizen vrij impulsief naar een huis aan de kust. En beiden worden verliefd. Bloem op Kerel, de vreemde jongen die voor haar in het huis woonde, en haar moeder op Kerels vroegere stiefvader.
Elk van de verhalen is heel makkelijk geschreven, in simpele bewoordingen, één en al dialoog, om moeiteloos naar binnen te laten glijden. Pretentieloze lectuur, waarbij het tweede verhaal er boven uitsteekt qua originaliteit en kracht.