Doris
Doris is een verlegen olifant. Ze is knalrood, waardoor je haar meteen ziet staan. Schuilend voor priemende blikken verstopt Doris zich tussen een zwerm vogels, een veld bloemen en een school vissen. Zo kan ze opgaan in de kleuren van de groep, totdat de vogels wegvliegen, de bloemen verwelken en de vissen wegschieten natuurlijk. Terechtgekomen in een rood vlak dat haar onzichtbaar maakt, daagt het Doris dat ze toch liever een rode dan een onzichtbare olifant is.
Lo Cole zorgde met de illustraties voor een eenvoudige maar aantrekkelijke vormgeving. Het vrolijke primaire kleurenpalet heeft een speelse retro-vibe die kleine luisteraars zeker weet te bekoren. De overlappingen van vormen zijn transparant, waardoor je met wat verbeelding door een caleidoscoop naar Doris lijkt te kijken. Het rijke en beeldende taalgebruik geeft een drijvend ritme aan de tekst, het spel met taal (‘olifant of oli-vis?’, ‘olifant of oli-plant?’) is absoluut geschikt voor jongere, maar te weinig uitdagend en spitsvondig voor de oudste kleuters. Dit boekje geeft gestalte aan een onaangenaam gevoel dat kinderen – en ook ons volwassenen – wel eens durf te overvallen: bekeken worden, in de belangstelling staan of ongewild opvallen … Doris’ verhaal maakt praten hierover laagdrempelig en normaliseert verlegenheid door een verrassend einde.