Drakenhoeder

In 2003 schreef de Australische schrijfster Carole Wilkinson het kinderboek ‘Dragon Keeper’ dat verschillende keren bekroond werd en inmiddels ook vertaald werd in een tiental andere talen. In 2008 verscheen de Nederlandse versie onder de titel ‘Drakenhoeder’. Het verhaal wordt gesitueerd in het Oude China tijdens de Han- dynastie (de volledige periode duurde van 202 voor Chr. tot 220 na Chr.). Het slavenmeisje Ping en de draak Danzi die ze al jarenlang verzorgt, ontsnappen samen uit de handen van hun boosaardige meester Lan. Danzi wil absoluut de drakensteen die hij in zijn bezit heeft naar de zee brengen. Ping heeft er geen flauw idee van waar die steen voor dient en waarom de draak er zo aan gehecht is, maar het is wel een prachtexemplaar, dat eruit ziet als een donkerrode meloen met een patroon van melkwitte aders. Het wordt een lange en ook moeilijke reis waarbij ze voortdurend op hun hoede moeten zijn voor de meedogenloze drakenjager Diao, die het zowel op de draak als op de steen gemunt heeft. Een echte historische roman kun je 'Drakenhoeder' niet noemen; de historische elementen dienen alleen maar als achtergrond en couleur locale. De auteur heeft wel een grondig onderzoek verricht over de periode waarover ze schrijft, alleen al bijvoorbeeld om te achterhalen of er wel narcissen groeiden in het China van de Han- dynastie, maar het lag hoegenaamd niet in haar bedoeling om een historische reconstructie te maken. Wilkinson wilde een verre, exotische wereld van lang geleden oproepen met een grote kloof tussen heersers en dienaars, een wereld waarin rekening werd gehouden met magie en tovenarij en waarin uiteraard ook geloof werd gehecht aan draken en aan hun bijzondere krachten. ‘Drakenhoeder’ draait in de eerste plaats om het slavenmeisje Ping, dat aanvankelijk zelfs niet op de hoogte is van haar eigen naam. Zij verwacht niet veel van het leven en heeft zich al lang neergelegd bij haar armzalige bestaan helemaal onderaan de maatschappelijke ladder. Door haar ontsnapping met Danzi wordt haar leven helemaal omgegooid en wordt ze zich langzaam bewust van haar kunnen. Zo heeft ze de bijzondere gave om met de draak te communiceren: de metalige klanken die hij voortbrengt, worden woorden in haar hoofd. Ze legt ook een bijzondere moed en vindingrijkheid aan de dag om de gevaren die voortdurend opduiken de baas te kunnen. Wilkinson is erin geslaagd om een spannend én ontroerend verhaal te schrijven voor jongere kinderen. Lezers vanaf tien jaar die op zoek zijn naar een stevige brok lectuur, zullen hier zeker hun gading vinden. De psychologische uitdieping van de personages, de onverwachte wendingen en het verrassende einde – dat meteen ook perspectieven opent voor vervolgromans – staan garant voor een boeiend leesavontuur. ‘Drakenhoeder’ heeft inderdaad al opvolging gekregen. De auteur is een hele reeks bij elkaar aan het schrijven. Naast ‘Drakenhoeder’ verschenen er nog drie drakenboeken, tot dusver enkel in het Engels verkrijgbaar: twee romans die inhoudelijk verder bouwen op ‘Drakenhoeder’ en één die focust op het leven van de draak Danzi lang vóór Ping geboren werd (draken kunnen immers duizenden jaren oud worden). In de Engelstalige pers werden alle delen zeer positief onthaald; hopelijk hoeven de Nederlandstalige lezers niet te lang wachten vóór ze dit zelf ook kunnen beoordelen.