‘Een boek vol beesten’ is een verhalenbundel met dertien heel verschillende verhalen of boekfragmenten: oude, nieuwe, grappige of spannende verhalen. Eén ding hebben ze gemeen, ze hebben allemaal iets te maken met dieren. Dieren die zelf de hoofdrol spelen, kinderen die een dier hebben, er graag één willen hebben of zelfs een dier zouden willen zijn. Bekende auteurs als Toon Tellegen, Annie M.G. Schmidt en Guus Kuijer staan naast minder bekende schrijvers of schrijfsters. Achteraan het boek staat een woordje uitleg over de respectievelijke auteurs. De verhalen kunnen los van elkaar gelezen worden, er is geen verband tussen de verhalen onderling. De verhalenbundel is bedoeld om voor te lezen of om zelf te lezen. De moeilijkheidsgraad verschilt maar iedereen vanaf een jaar of acht kan het boek lezen. Het leuke is dat je er ook gewoon af en toe een verhaaltje kan uitpikken en het boek weer een tijdje opzij kan leggen. Een dierenverhaal van Toon Tellegen is een hoogvlieger, en een fragment van Guus Kuijer blijft na al die tijd nog altijd leuk om te lezen maar het jammer is dat in bundel ook verhalen zijn opgenomen die literair noch inhoudelijk de moeite waard zijn. De dialogen tussen de honden in ‘De quiz’ (Kaat Vrancken) zijn plat en staan bol van uitdrukkingen als ‘kontje ruiken’ of ‘schijtlaarzen’. Het verhaal van Martha Heesen over een meisje die haar gans ‘Maandag’, met wie ze blijkbaar kan praten, uit de sloot redt, is gewoon een anekdote zonder meer. Het verhaal is niet grappig, spannend of wat dan ook. Verschillende illustratoren hebben aan het boek meegewerkt, waaronder enkele oude bekenden zoals Mance Post voor Guus Kuijer.De illustraties zijn in deze bundel meestal randtekeningen, ze zijn niet bedoeld om de aandacht naar zich te trekken. De tekst primeert. De grote namen op de kaft nodigen uit het boek te lezen, maar op enkele uitzonderingen na, voel je je een beetje bedrogen als lezer!