Het is zomervakantie en dat komt goed uit, want Jaspers oma heeft samen met een vriendin een oud hotel in de bergen gekocht. Er valt heel wat op te knappen en Jasper mag er mee naartoe. De eerste nacht al maakt hij kennis met de spoken die in het hotel huizen. Gelukkig doen die meer goed dan kwaad en de gasten vinden het wel leuk om eens gezellig te komen griezelen. Jasper en de twee oude dames hebben hun handen vol en ook de spoken steken hun handen uit de mouwen om het hotel draaiende te houden. De schimmige wezens nodigen hun familie en vrienden uit om ook naar het hotel te komen. Na een tijdje worden het er toch wat teveel, maar dankzij een spokenontvoering komt het allemaal weer goed. Een geestig verhaal, maar met iets te weinig spanning en zonder gevoel voor avontuur. Zo horen de spoken gewoon bij het hotel en lijkt niemand er bang voor te zijn. Echt boosaardige dingen om van te griezelen doen ze niet. Wel leuk zijn de twee eigenzinnige oma’s die af en toe voor de nodige misverstanden zorgen. De tekst behelst negen hoofdstukken en is vrij groot gedrukt, met veel wit tussen de lijnen. Het kleine boekje is eenvoudig geïllustreerd.