Een hoofd vol rommel
Silke is elf jaar oud. Haar mama is depressief en verslaafd aan alcohol. Vaak is er geen eten als Silke thuiskomt van school. Silke moet dikwijls kleren uit de wasmand nemen omdat mama weer niets heeft gedaan. Ook haar papa is hier verdrietig om. Mama belooft telkens dat ze niet meer zal drinken, maar het lukt haar niet. Mama en papa hebben hier dan ook vaak ruzie om. Nochtans was mama vroeger een tekenlerares. Ze maakte hele mooie kunstwerken. Nu er op school een kunstproject loopt, mogen ouders komen helpen. Silke is bang dat haar mama op het laatste nippertje afzegt of dronken op school verschijnt. Er moet iets gebeuren want Silke gaat hieraan kapot. Ze kan haar geheim aan niemand kwijt want ze schaamt zich. Elke is haar beste vriendin; zelfs haar durft Silke niets te vertellen. Elke geeft haar de raad om een dagboek bij te houden. De dagboekfragmenten zijn heel ontroerend. Silke beschrijft haar liefde voor haar mama ondanks het drankprobleem. De vriendin van mama, Manon, neemt mama mee op uitstapjes. Mama gaat nu ook naar de psycholoog en langzaamaan gaat het beter met haar. Uiteindelijk durft Silke toch haar verhaal aan de meester vertellen. Hij wil zo graag dat mama meehelpt aan het project. Als het misloopt, hoeft Silke zich daar geen zorgen om te maken.
In acht korte hoofdstukjes wordt dit probleem heel realistisch en toch niet al te negatief weergegeven. Het verhaal wordt verteld in de ik-persoon. De zwart-witillustraties passen perfect in de sfeer. De psycholoog geeft bruikbzare tips mee voor mama (meer uitstapjes maken met vrienden, zich verzorgen, lachen, niet meer drinken!). In het nawoord lees je dat psychische stoornissen de meest voorkomende ziekte in de westerse wereld zullen zijn in 2020. Eén op tien kinderen heeft een ouder die ernstige problemen heeft omdat hij/zij te veel drinkt. Het boek lees je in één ruk uit dankzij de vlotte schrijfstijl.