Een huis in het bos

Twee biggetjes hebben elk met bladeren en takken in het bos een huisje gebouwd. Wanneer ze na een wandeling terug bij hun respectievelijke huisjes komen, treffen ze daar Eland en Beer aan. Geen probleem, de dieren kunnen moeiteloos met elkaar opschieten. Er is maar één probleem. Zowel Beer als Eland blijken te groot voor de op biggetjesmaat gemaakte huisjes, waardoor beide hutjes instorten. Zo ontstaat het idee om samen een stevige woning te bouwen waar ze alle vier in kunnen wonen. Een echt huis bouwen is echter niet zo eenvoudig. Daarom roept het viertal de hulp van de bevers in. Deze staan immers bekend als de beste bouwers van de hele wereld. In geen tijd en in ruil voor reusachtige stapels boterhammen met pindakaas zetten ze een stevige woning neer. Met spullen uit de kringloopwinkel kleden Beer, Eland en de twee biggetjes hun huis aan. Vanaf dan is het huis klaar om iedereen te laten genieten van z’n rust en gezelligheid. In dit prentenboek worden dieren voorgesteld als charmante menselijke wezens en staat een als vanzelfsprekende vriendschap centraal. De paginagrote illustraties, waarin aquarel, potlood, pastel zijn gebruikt, accentueren deze sfeer. In haar voorwoord vermeldt Inga Moore dat ze dit boek opdraagt aan de bevers, voornamelijk aan de Schotse bevers, die na vele jaren weer terug zijn in Schotland.