Een kind ... wat is dat?
Wie denkt dat hij weet wat een kind is, moet dit boek zeker lezen. Soms zul je vinden dat er open deuren ingetrapt worden, bijvoorbeeld als je leest: "Een kind is een kleine mens." Maar als je verder leest dan komt er altijd wel iets waarbij je gaat doordenken. Kinderen worden beschreven, vergeleken met grote mensen en dan merk je dat kinderen toch anders zijn. Kinderideeën zijn soms reusachtig; ze willen rare dingen, zoals elke avond hetzelfde verhaal horen. Van grote mensen snappen kinderen soms niets: ze eten prinsessenboontjes en ze slapen zonder gele hond. Aan kinderen merk je het meestal als ze pijn hebben of bang zijn, ze huilen dan. Grote mensen verstoppen dat nogal eens. Kinderen lijken op sponzen, ze slorpen alles op. De wereld waarin kinderen opgroeien is "machtig groot". En dat ze niet altijd graag naar school gaan, weet iedereen. Er zijn kinderen in alle soorten. Er zijn er zelfs die niet groot willen worden. "Zij hebben diep van binnen een geheim. Later als ze groot zullen zijn, raken ze ontroerd door kleine dingen." Vreselijk vermoeiende en verwende kinderen zijn er natuurlijk ook, maar daar worden verder geen woorden aan vuilgemaakt.
Alle kleine mensen zullen later grote mensen worden, die naar hun werk gaan en misschien gelukkig worden. "Maar waarom zouden ze daar nu al over piekeren?"
Dit is een filosofisch boek dat uitnodigt om erover te praten. De grote, sobere illustraties spreken aan.