Een ferm boek dat je meeneemt naar het leven van een zeventienjarig meisje dat Taylor heet. De zomervakantie is net begonnen en ze staat op het punt van huis weg te lopen. Ze wil namelijk helemaal niet mee naar het vakantiehuis met haar gezin. Vijf jaar geleden waren ze er voor het laatst en toen is het helemaal misgelopen voor Taylor en is ze gewoon weggelopen van al haar problemen. De reden dat ze nu toch terug gaan is hun terminaal zieke vader die zijn laatste maanden met zijn gezin wil doorbrengen. Al snel loopt Taylor haar ex-vriendje, Henry, tegen het lijf en dit blijft ze doen tot ze stilaan opnieuw beginnen te praten. Uiteindelijk geven ze hun liefde voor elkaar nog een kans. Ondertussen gaat de vader steeds achteruit en moet hij stilaan afscheid beginnen te nemen. Dit is erg zwaar voor Taylor en even ziet het er naar uit dat ze opnieuw van alles en iedereen weg wil lopen.
Een boek dat zich een beetje op gang moet trekken, maar eenmaal je in het verhaal zit, laat het je niet los en leef je van dag tot dag mee  met het gezin. Ieder heeft zijn eigen leven dat verder gaat en toch merk je bij Taylor dat ze zich meer en meer bewust begint te worden van haarzelf, haar gevoelens, haar fouten en haar zwakheden. Het is heel mooi beschreven hoe haar vader haar daarin wil helpen en ondersteunen en haar nu al raad wil meegeven voor haar verdere leven. Stilaan groeien ze allemaal samen als gezin naar elkaar toe. De groeiende verliefdheid tussen Taylor en Henry wordt mooi en teder beschreven, maar is niet onrealistisch perfect. Ook zij moeten heel wat moeilijkheden overwinnen.