In Een slijmzoen voor je oma neemt Matthijs Meeuwsen je mee naar het leven in zee. Veel onderzoekers schatten volgens hem dat negen van de tien zeedieren nog nooit zijn ontdekt. En van een groot aantal van degenen die wel zijn gevonden heeft nooit iemand gehoord. Oceaanbewoners zoals de koekjessnijder, de kerstboomworm en de klapmuts hebben niet alleen namen die tot de verbeelding spreken. De meeste van de dieren uit Meeuwsens aanbod hebben ook één of meer eigenschappen die weinig alledaags zijn. Zo is er de slijmprik of slijm-aal zoals biologen haar noemen, die er met haar slijm in slaagt niet alleen zichzelf te verdedigen maar ook het alleenrecht op voedsel in haar omgeving weet op te eisen. De titel van het boek vindt zijn oorsprong dan ook in de beschrijving van dat wezen, dat wellicht een van de vroegste nog levende gewervelde dieren is.

Op een inventieve wijze weet de auteur wetenschappelijke informatie herkenbaar en verrassend talig te verwerken. In zijn begeesterende vertelstijl spreekt hij lezers en luisteraars direct aan. Dat hij daarbij vaak gebruik maakt van voor Vlamingen minder bekende uitdrukkingen, hoeft het leesbegrip niet echt in de weg te staan.

De 37 verschillende dieren staan verspreid over verschillende hoofdstukken die zich makkelijk afzonderlijk laten voorlezen. De taal van Meeuwsen kan misschien overweldigend en enigszins populair overkomen. Maar de natuurgetrouwe illustraties van Paco Vink versterken de informatie en maken deel uit van een doordachte lay-out. Die combinatie zorgt voor rust, overzicht en biedt meteen een aantrekkelijk geheel.

Een slijmzoen voor je oma licht op originele wijze een tipje van het voor vele jongeren onbekende leven onder water toe. Een aanrader voor een breed publiek!