Cato van vijf jaar oud en Jesse van zes vertrekken met hun ouders op reis. Ze gaan met de boot naar Noorwegen. Op de boot al beginnen de avonturen. Een kleine dolfijn die naast hun boot zwemt is zijn ouders kwijt geraakt. Cato en Jesse vinden dit zo erg dat ze hulp gaan vragen bij de kapitein. Eens aangekomen in Noorwegen logeren ze in een houten chalet. Ze maken er al snel Noorse vriendjes en ontmoeten er de kerstman. Zo wordt elk avontuur dat ze beleven in een hoofdstuk gegoten. Je kan de hoofdstukken gemakkelijk los van elkaar lezen (en voorlezen).
Van zo'n vakantie kunnen heel wat kinderen alleen maar dromen. Het leven in Noorwegen wordt goed geschetst. Men heeft af en toe wat weetjes in het verhaal gestopt zonder te overdrijven, helemaal op maat van kinderen. De 3D-illustraties zijn heel fijn en bijzonder fraai uitgewerkt. Alle pagina's hebben een knappe bladschikking waarin de tekst perfect wordt verwerkt.
Een wensvervullend, winters voorleesboek.