Een geestig verhaaltje over een grote, gevaarlijke wolf die op een dag pech heeft. De wolf is altijd piekfijn gekleed en hoewel de dieren in het bos heel bang voor hem zijn, moeten ze toegeven dat ze nog nooit een knappere wolf hebben gezien. Op een dag blijft zijn zwartglanzende pels achter een tak haken en plots ziet hij eruit als een babyroze varkentje. Iedereen lacht hem uit en beschaamd gaat de wolf op de loop. Gelukkig woont er aan de rand van het bos een naaister die hem wil helpen, maar daar staat uiteraard iets tegenover. Het verhaal van een vleesetend roofdier dat zich ‘bekeert’ tot vegetariër is niet origineel, maar de tekst leest vlot en het geheel is grappig geïllustreerd. De lezer/luisteraar leeft mee met de angstaanjagende wolf, die zich blijkbaar ook eenzaam en verdrietig kan voelen. En dan is er het dappere kippetje, dat ondanks de waarschuwingen van haar vriendinnen, de moed heeft om voor de wolf een nieuw pak te naaien. Gelukkig loopt het dankzij het slimme kippetje en de dankbaarheid van de wolf allemaal goed af.