Een zoen zo groen
“Op een dag droeg ik twee verschillende sokken", zegt een onbekend meisje op de eerste bladzijde. De eerste pagina’s van dit geïllustreerde boek kabbelen rustig verder. Je weet als lezer niet zo goed waar het heen gaat. Dan vertelt het meisje echter dat haar mama een knoop heeft in haar lichaam. Door de knoop moet ze veel naar de dokter. De knoop maakt haar ziek. De knoop maakt haar verdrietig.
“Een zoen zo groen” is de zoektocht van een meisje naar het ontwarren van die knoop. Hoewel het niet expliciet gezegd wordt, wordt het voor de lezer al snel duidelijk dat de mama kanker heeft. De kanker wordt niet benoemd, maar daardoor word je als lezer meegezogen in de verwarring van het meisje. Ze weet niet goed wat ze moet doen of denken, het enige wat ze weet is dat haar mama ziek is en dat dat haar verdrietig maakt.
Katrijn Vannerum, de auteur, heeft de woorden zeer precies uitgekozen. De taal is gemakkelijk te begrijpen, maar raakt zeker ook bij de voorlezer een gevoelige snaar. De mooie woorden worden ondersteund door paginavullende illustraties van Nelleke Verhoeff. In de illustraties keren steeds de kleuren groen, rood en blauw terug die ook in het verhaal verweven zitten. De illustraties spelen een spel met de tekst, en de tekst en de illustraties vullen elkaar perfect aan.
“Een zoen zo groen” kan zeer waardevol zijn voor jonge kinderen die hetzelfde meemaken als het meisje uit het boek. Het kan een steun zijn voor zowel het kind als de ouder. Door de laatste woorden van het boek kreeg ik geheel onverwacht een krop in de keel. Ze zijn zo eenvoudig en zo veelzeggend. “ ‘Ik was bij de dokter’, zei ze verdrietig. Ik pakte haar hand. Samen keken we naar het groene veld vol blauwe korenbloemen en rode klaprozen. Onze zoenen waren uitgezaaid.” Wanneer je het boek sluit, ben je een paar minuten stil.