We stappen met Eendje door het Monsterbos. Eendje is niet bang van monsters. Op elke dubbele pagina komt hij een andere soort tegen, in oplopende aantallen. Elke soort monsters heeft een andere kleur en andere speciale lichaamsdelen: grote ogen, dikke vingers, warrige haren,... De monsters hebben altijd een probleempje en Eendje kan hen helpen want hij is niet bang. Ze zien er wel raar uit maar eigenlijk zijn ze hulpeloos en lief. De kleuter leert vooral tellen, de lichaamsdelen herkennen en de verschillende kleuren ontdekken. De illustraties zijn echter vrij vlak en levenloos en de gecreëerde monsters getuigen van weinig fantasie. Op elke prent kan je een klein blauw kevertje terugvinden.