Elmer, de veelkleurige lapjesolifant, maakt een wandeling en ontmoet allerlei dieren die hem uitdagen iets te doen waar zij heel goed in zijn. De giraf, bijvoorbeeld, kan zich heel lang maken; de krokodil kan heel veel meedragen in zijn grote bek ... Elmer is zeer vindingrijk in het nabootsen. Het leuke aan dit ingenieus samengesteld boek is dat niet alleen maar spektakel gecreëerd wordt met pop-upstandjes, de bewegende flapjes vervolledigen het verhaal. Soms is het boek te ingewikkeld geconstrueerd: de keien op de vogelpagina gaan, nadat ze opzij getrokken zijn met het pijltje niet meer terug naar hun plaats. Op de bladzijde van de apen ontbreekt een trekmechanisme om de tekeningen te laten bewegen. De laatste dubbele bladzijde waarop Elmer driedimensionaal uit het blad oprijst, is magnifiek. De tekst vertoont weinig verrassends, al praat Elmer wel in rijm. Voor de grappige noot zorgt de uil, die achter zijn flapje commentaar geeft op al die herrie. Een mooi maar delicaat boek dat best samen met de kinderen gelezen wordt.