Emily the Strange. Verloren tijd
Emily is dertien jaar. Ze is erg speciaal en dat is nog zacht uitgedrukt. Ze draagt elke dag hetzelfde zwarte jurkje. Roze is voor haar een nachtmerrie. Ze is gek op wiskunde en fysica en haar beste vrienden zijn vier katten. Emily is zo cool dat niemand aan haar kan tippen; ze is het summum van haar eigen gothic subcultuur... In dit eerste deel van vier boeken heeft Emily een ernstige aanval van geheugenverlies. Ze weet niet waar ze is, wie ze is, hoe ze heet... Alles is blanco. Gelukkig blijft ze niet bij de pakken zitten en begint ze een soort dagboek. Daar kunnen wij, als lezer, in meekijken. Ze schrijft in een heel eigen, nogal staccato stijl en ‘fleurt’ alles op met vreemde rood-zwarte illustraties. Door het bijhouden van dat dagboek vallen langzaam maar zeker de puzzelstukjes in elkaar en komt Emily alles te weten over zichzelf en helaas ook meer dan dat... Ze ontdekt een geheime missie in het stadje Zwartsteen en Emily zou Emily niet zijn als ze zich daar niet op haar manier mee zou moeien. Haar missie bestaat erin haar oudtante Elisa te helpen en Zwartsteen van het gemene gespuis te ontdoen. Dat gaat natuurlijk niet zomaar. Pas helemaal aan het eind van het verhaal komt ze haar naam te weten en blijkt dat ze haar amnesie zelf geprogrammeerd heeft... Fantasie en realiteit wisselen zich probleemloos af. Je kan dit boek zeker origineel vinden, maar het zal niet iedereen kunnen bekoren. Het is haast in telegramstijl geschreven en vaak wordt er gebruik gemaakt van moeilijke of verzonnen woorden. Het is ook niet moeilijk om je te verliezen in de vreemde figuren als Attikol, Schneider, Ümlaut en Merel. Het ziet er naar uit dat Emily the Strange zal uitgroeien tot een hype. Niet alleen de boeken rond dit bizarre meisje verkopen goed, ook de merchandising komt op gang. Kledij, een film en allerlei gadgets veroveren de markt.