Er was eens een kabouter
DE MOOISTE VERHALEN VOOR KLEIN EN KLEINER
Henri Van Daele is met dit voorleesboek allerminst aan zijn proefstuk toe. Eerder verschenen er al verhalenbundels vol beren, prinsessen en prinsen. Dit boek opent voor ons de wondere wereld van de kabouters. Zij bevolken ongelooflijke en geheimzinnige verhalen. Net als wij, mensen, hebben ze allemaal hun eigen karakter. De ene is dapper, de ander is eigenwijs. Je hebt er die heel lief zijn, maar ook hele ondeugende. IJdel, gemeen, behulpzaam, … het kan allemaal. Wie gek is op kabouters haalt hier zijn hartje op. Maar liefst 200 pagina’s met kabouteravonturen bezorgen je heel wat (voor-) leesplezier. Met weinig woorden veel zeggen is niet iedereen gegeven. Van Daele heeft er geen problemen mee. Hij vertelt vlot en goed. Het lijkt wel of hij elk verhaal echt verteld heeft en het dan letterlijk noteerde. Opvallend zijn de typeringen van de kabouters. Voor de volwassen lezer zitten er duidelijke verwijzingen in naar bestaande figuren: “’We zullen dringend moeten besnoeien’, zei de eerste minister zuinig. Hij was een schriele figuur, waarop bij het vervaardigen al een keer bezuinigd leek te zijn, met een merkwaardig spleetje tussen zijn boventanden. Naar het scheen vielen vrouwelijke kiezers daar bij bosjes voor. De koning had hem nooit gemogen. En echt niet alleen omwille van dat spleetje.” Kleuters en kinderen zegt dit niets, voor de voorlezer creëert het een extra dimensie. Vaak is de taal net te ontoegankelijk voor een kind. Zinnen als ‘Snijdertje verloor er zijn glimlach niet bij, want daarvoor was hij te veel middenstander’ klinken als Chinees voor een kleuter, maar het brengt de sfeer of de verhaallijn niet in gedrang. Op deze manier is er dubbel leesplezier: voorlezer en voorgelezene genieten op verschillende niveaus. Van Daele deed in een interview deze uitspraak: "Ik schrijf niet over wat is, maar over hoe het zou moeten zijn. Niet over wat bestaat, maar hoe ik het me voorstel. Al heel m’n leven lopen de twee door elkaar, wat zeer verwarrend is. Nu kan ik ze voor het eerst scheiden. De werkelijkheid moet onder ogen gezien worden. Maar al schrijvend kun je ongestraft dromen, verlangen, liegen. En niemand zegt dat je verandering van lucht nodig hebt, iedereen vindt het prachtig en grappig." Wat mij betreft, mag hij nog lang schrijvend dromen, verlangen en liegen! Illustraties zijn van Kristien Aertssen. Zij zorgt voor extra sfeer. Bij elk verhaal hoort een paginavullende prent. Dat maakt het boek helemaal af. 'Er was eens een kabouter' is een ideaal boek om cadeau te doen!