Er was eens een sprookje

Een sprookje begint en kabbelt aanvankelijk rustig voort. Het kader: een kasteel, een koning en een koningin, prinsesje Rozerood. Alle ingrediënten zijn aanwezig. Net als het verhaal ergens naar toe lijkt te gaan, loopt het helemaal mis. De schrijver van het sprookje is zonder boe of ba opgestapt. Zomaar, omdat hij geen inspiratie meer had. Daar sta je dan, als Koninklijke Familie, helemaal verdwaald in een verwarrend verhaal. Gelukkig laten ze het daar niet bij en gaan ze zelf op zoek naar de schrijver. Op hun zoektocht komen ze nog heel wat figuren tegen die ook slachtoffer geworden zijn van een onafgemaakt verhaal of uit een bekend sprookje. Door de ontmoeting met bestaande sprookjesfiguren en de moraal die uit de respectieve sprookjes wordt overgenomen, krijg je toch al gauw een gevoel van overdaad.
Wat begon als een leuk gegeven, waarvan je je afvraagt hoe de auteur dit gaat aanpakken, vervalt dan toch wat in teveel verwarring en gebrek aan een goede kern. De gebeurtenissen die elkaar zeer snel opvolgen, staan te los van elkaar. Samenhang is soms ver zoek.
Het taalgebruik is eerder moeilijk voor jonge kinderen. De illustraties vangen wel veel op en vullen de tekst goed aan. De pastelillustraties zijn wel erg geslaagd: origineel en vrolijk.
Een erg mooie en verzorgde uitgave. Jammer dat het idee niet grondiger uitgewerkt werkt.