Charlie ziet een gat in de weg. Hij raapt het op en stopt het achtereenvolgens in zijn broekzak en zijn rugzak, maar dat zorgt ervoor dat alles eruit valt. Een voor een klopt Charlie aan bij de winkeliers van de stad met de vraag of zij een gat kunnen gebruiken. Maar niemand vindt een gat handig: de kleermaakster doet de hele dag niets anders dan gaten herstellen, de botenbouwer vreest voor het zinken van zijn schepen, de dierenhandelaar voor het ontsnappen van zijn dieren. Uiteindelijk legt Charlie het gat terug waar hij het gevonden heeft. En daar is iemand heel gelukkig mee.

Het uitgangspunt is heerlijk absurd en origineel. Voor heel kleine kinderen wellicht niet zo makkelijk te begrijpen, of gaan kinderen daar net makkelijker in mee dan volwassenen? In ieder geval is het heel leuk om met kinderen te praten over de onmogelijkheid om een gat op te rapen en in je broekzak te stoppen. En ook over het effect dat een gat heeft op de activiteit van elke winkelier. Voor de volwassen voorlezer heeft de auteur de winkels met leuke namen bedacht zoals bv. Florist Gump of Brood Pitt. De kleurrijke aquarellen in retrostijl dartelen over de bladzijden. Wanneer op het einde een konijn door het gat springt om zich in zijn hol te nestelen, besef je dit al wel vaker gezien te hebben. Het is leuk terug te bladeren en op elke bladzijde te gaan zoeken waar het konijn uithangt. En op de laatste schutbladen te bekijken en benoemen welke dieren er nog allemaal in een holletje onder de grond kruipen. De tekst is niet bijzonder, maar gewoon oké.