Eureka!

Een vrolijke geschiedenis van bijna alle uitvindingen

Uitvinders en al dan niet geslaagde uitvindingen, ze spreken tot ieders verbeelding. Als recensent van jeugdboeken hou ik er in alle stilte een toptien van meest succesvolle vernieuwingen en uitvindingen in het vakgebied op na. In de rubriek non-fictie prijkt met stip op nr. 1 de Londense uitgeverij Dorling Kindersley. Op haar palmares prijkt al een hele reeks prachtig vormgegeven informatieve jeugdboeken die ook inhoudelijk topklasse bieden. 'How Nearly Everything was invented by the Brainwaves' is een van de vele schitterende pareltjes aan haar kroon. Kenmerkend voor de uitgeverij zijn de heldere, overzichtelijke structuur die wordt aangebracht in de aangeboden materie, en de vele leuke illustraties die jong en oud verleiden tot kijken, lezen en leren. In dit boek zijn het de ‘Breinbrekers’ – kleine, spookjesachtige figuurtjes in werkplunje – die je enthousiast van de ene uitvinding naar de andere meeloodsen. Sylvia vanden Heede zorgde voor een correcte, vlotte, levendige vertaling die de lezer en zijn speelse gidsjes geruisloos en soepel bewegend doorheen de geschiedenis meevoert. Jammer dat de titel van de Nederlandstalige versie zo’n pocherige bijklank meekreeg: “…bijna alle uitvindingen”. Zes dubbele uitvouwbare pagina’s belichten telkens een reeks samenhangende uitvindingen, respectievelijk gegroepeerd rond de lens (met onder meer bril, cinema, microscoop, telescoop en digitale camera), de stoommachine (die ook leidde tot weefgetouwen, treinen, pompen en liften), de gloeilamp (die in haar kielzog een hele resem elektrische huishoudtoestellen aanvoert), de verbrandingsmotor (die aan de wieg stond van moderne vervoermiddelen te land, ter zee en in de lucht), de transistor (de oervader van een vrolijk geslacht aan communicatiemedia) en ten slotte het buskruit (dat, ontstaan als vuurwerk ter vermaak, tot een macht van wapens explodeerde). De leidende gedachte is steeds dat elke grote uitvinding wordt voorbereid door vele andere uitvindingen en op haar beurt ook weer leidt tot vele nieuwe die eruit voortvloeien in de loop der tijden. Die idee van samenhang wordt heel knap visueel ondersteund. Naast de zes grote uitvindingsdomeinen komen, op de gewone pagina’s tussen de uitvouwbare, een aantal uitvinders aan bod, naast ‘mislukte uitvindingen’ en een blik op de toekomst. De ‘tijdlijn’ in het afsluitende hoofdstuk zorgt niet alleen voor een overzichtelijke samenvatting maar voegt ook een situering in de brede geschiedenis (politiek, economisch en sociaal-cultureel) toe. Een verklarende woordenlijst en een index zorgen voor extra gebruiksvriendelijkheid. Dat de woordenlijst niet alle begrippen echt verduidelijkend toelicht, is, naast de wat ongelukkig vertaalde titel en een incidentele vergetelheid (een naam die wegviel) zowat het enige schoonheidsfoutje dat mijn kritische loep in deze prachtige uitgave kan ontdekken. Die details verzinken in het niet bij de vele kleine fijne extraatjes waarop de lezer getrakteerd wordt. De ene keer gaat het om een grappige opmerking of spitse woordspeling die wordt gespuid door een van de Breinbrekers. Dan weer is het een detail uit de illustratie (een wegwijzertje ‘naar de toekomst’ bij de geschiedenis van de auto, bijvoorbeeld) dat een glimlach opwekt. Af en toe wordt er een bonus-knipoog uitgedeeld aan de volwassene die zich door dit boek liet verleiden: een speelse opmerking over een ‘denktank’, een ‘Prozac’ die stiekem infiltreert in de afbeelding van pioniercomputers als ‘Univac’ en ‘Edsac’… Een echte voltreffer, dit ‘Eureka!...’, zeer warm aanbevolen voor alle tien-plussers.