Eva
Bettie Elias heeft in haar oeuvre al bewezen dat ze zich perfect in de leefwereld van kinderen kan inleven. Ook in dit boek slaagt ze er moeiteloos in de daden en gedachten van een jonge tiener te verwoorden. Eva moet het zesde leerjaar overdoen, omdat ze vorig schooljaar vier maanden ziek is geweest. Ze gruwt ervan om in een klas met allemaal jongere kinderen te zitten en mist haar vriendinnen van vorig jaar. Jessie, haar beste vriendin, zoekt wel nog contact, maar dat vermindert al snel. Jessie heeft nu haar eigen vriendinnen. Gelukkig is er Mathijs. Hij heeft een aantal jaren in Amerika gewoond - zijn vader is ambassadeur - en moet ook zijn jaar overdoen. In de klas van Eva. Ze kunnen het algauw goed met elkaar vinden. Maar op een dag is er nog een nieuwe leerling. Het is een Marokkaans meisje, Latifa. Latifa spreekt geen woord Nederlands en Mathijs ontfermt zich over haar. Eva is jaloers en er komen racistische gevoelens bij haar boven. Ze doet mee aan plagerijen van andere kinderen. Tot ze goed over de situatie nadenkt en beseft dat haar houding totaal verkeerd is. Zittenblijven, racisme, jaloezie en verliefdheid, dat zijn wel genoeg zware thema’s voor een deprimerend verhaal. Maar de auteur slaagt er net in om het verhaal licht en hoopvol te houden. Toch is het ook geen vrijblijvend boek geworden, waarin deze thema’s slechts een goedkope kapstok zijn om een vlot verhaaltje aan op te hangen. Personages zijn bij Bettie Elias geen helden en slechteriken, maar herkenbare mensen met goede en minder goede kanten. De illustraties van Anne Westerduin zijn alweer van een ontroerende eenvoud. Menselijke figuren zijn slechts enkele lijnen die tegen een decor van één enkel donker vlak of enkele donkere strepen worden geplaatst. Meer hoeft niet.