Fataal

Hec (13) is een ietwat balorige tiener. Hij zit in de knoop met alles en iedereen. Als hij weer eens huisarrest heeft, muist hij er van door. Op het pleintje ontmoet hij Sofie, een meisje van negen. Hec is een beetje wild en raakt haar aan het hoofd met de schommel. Sofie gaat ervandoor, Hec verliest haar uit het oog, en van dan af aan is Sofie vermist. Hij werkt goed mee met de politie, en vertelt wat hij weet, maar voelt zich misbegrepen en afgewezen. Enkel met rechercheur Leonie heeft hij een goed contact. Maar hij blijft de pest in hebben, zeker als de directeur ermee dreigt hem van school te sturen. Hij reageert zijn woede af op een witte zak in het kanaal. De zak barst open en er komt een arm uit. De dode in de zak is de kleine Sofie. De buurt verdenkt al snel Meneer Fransen, een alleenstaande man die met modeltreintjes speelt. En ook de politie gaat hierin mee. Maar is hij wel de moordenaar? Hec is van zijn onschuld overtuigd. Hij doet wat hij kan om Meneer Fransen vrij te pleiten, maar wie luistert er nu naar een rebelse tiener? Gelukkig krijgt hij steun uit onverwachte hoek, bij zijn vader. Dit is een zeer spannend boek, een echte who-done-it, die stap voor stap opgebouwd wordt, vol actie. En ook al wordt het boek verteld in de derde persoon, toch beleef je het verhaal door de ogen van Hec. Hec is het enige personage dat goed uitgewerkt wordt, samen met zijn papa. Alle nevenpersonages worden enkel getypeerd in functie van het verhaal, sommige zelfs op het karikaturale af. Het taalgebruik is rechttoe, rechtaan, zonder veel franje. En ook al komt de gevoelswereld van Hec uitgebreid aan bod en bouwt de auteur heel wat maatschappelijke kritiek in, toch leest het boek meer als een relaas, met veel aandacht voor feiten. Daar zal de journalistieke achtergrond van Roger Schoemans wel niet vreemd aan zijn. Desalniettemin, een spannend boek over leugens, wantrouwen en vooroordelen!