Films die nergens draaien

De twaalfjarige Cato is vaak opstandig en boos. Sinds de dood van haar moeder bij haar geboorte is haar vader afwezig en apathisch. Ze ergert zich ook blauw aan hun behulpzame maar bemoeizuchtige buurvrouw. Cato maakt kennis met mevrouw Kano en haar bijzondere cinema Lux. In die cinema wordt één unieke film voor slechts één bezoeker gespeeld en bovendien zijn het “films die nergens (anders) draaien”. Daar wordt Cato met haar diepste gevoelens geconfronteerd. 

Dat klinkt allemaal wat zonderling, niet? Dat is ook zo. Tot de allerlaatste zin baadt het verhaal in een raadselachtige magisch-realistische sfeer. De illustraties in zwart-wit, zoals de dwarrelende foto’s, versterken dit beeld nog. Pas op het einde passen alle losse puzzelstukjes over de vreemde cinema en over de melancholische Cato in elkaar. De lezer blijft enigszins verbluft achter, want wat betekent het concept “tijd” nu precies? Ja, dit is een verhaal over tijdreizen, maar dan in de vorm van een bijzonder ingenieuze en verrassende compositie. In de handen van een mindere schrijver was dit wellicht een wanordelijk boek geworden. Niet zo bij Yorick Goldewijn! Hij doseert het mysterie en de spankracht in de verhaallijn tot in de perfectie. Onder de boosheid van Cato sluimert een groot gemis en verlangen. Ook die fijnzinnige gevoelens weet hij met prachtige beeldende zinnen precies goed te capteren. Sentimenteel wordt het nooit. Een poëtisch verhaal dat zeker ook volwassenen zal bekoren. Bestond cinema Lux maar echt …